Inleiding
Regelmatig heb ik in mijn praktijk te maken met de overdracht van auteursrechten. Ook word ik regelmatig betrokken bij het verlenen van een exclusieve licentie door de ene partij aan de andere partij. De vraag is dan: welke eisen gelden er voor een rechtsgeldige overdracht en voor het rechtsgeldig verstrekken van een exclusieve licentie? Op deze vraag ga ik hieronder wat dieper in.
Persoonlijkheidsrechten
Auteursrechten en naburige rechten zijn overdraagbaar. Dat blijkt uit de Auteurswet en de Wet Naburige Rechten. Niet alle onderdelen van een auteursrecht zijn overdraagbaar. Zo blijft bij de maker van een werk altijd het persoonlijkheidsrecht om zich te kunnen verzetten tegen verminkingen van zijn of haar werk. Van dit recht kan de maker geen afstand doen. Ook al kom ik in contracten regelmatig tegen dat de maker afstand doet van alle persoonlijkheidsrechten, voor het recht om je te verzetten tegen verminkingen geldt dat niet. De regeling is van dwingend recht en geldt ook voor artiesten, oftewel uitvoerende kunstenaars.
Eisen overdracht
Wil van een rechtsgeldige overdracht van een auteursrecht of een naburig recht sprake kunnen zijn, dan moet er aan drie eisen worden voldaan:
- Er moet sprake zijn van een geldige titel, oftewel een onderlinge rechtsverhouding tussen de overdrager en de partij die overgedragen krijgt;
- De overdrager moet daadwekelijk over de rechten kunnen beschikken en dus zelf écht de eigenaar ervan zijn, in andere woorden: beschikkingsbevoegd zijn;
- De auteursrechten of naburige rechten moeten daadwerkelijk zijn geleverd.
Het verstrekken van een niet-exclusieve licentie oftewel gebruikstoestemming aan een partij, kan nog steeds mondeling. Maar voor de overdracht en de exclusieve licentie vereist de Auteurswet en de Wet Naburige Rechten (WNR) een ‘daartoe bestemde akte’, oftewel een akte, waaruit de levering blijkt. Maar wat is een akte? Een akte is een geschrift, dat is ondertekend door de overdragende partij. De wetgever wil de maker of uitvoerend kunstenaar door het stellen van deze schriftelijkheidseis met name een moment geven om even goed na te denken over de beoogde transactie. Op die manier kunnen te lichtvaardige acties van de maker of artiest worden voorkomen, zo is de gedachte. Sinds de invoering van de Wet Auteurscontractenrecht per 1 juli 2015, is de auteur en de artiest volgens de wetgever een ‘zwakke partij’ die moet worden beschermd tegen de ‘sterke’ exploitanten.
Grijs repertoire
In de periode voor de uitvinding van de computer, was het voor eenieder wel duidelijk wat een geschrift was. Eenieder begrijpt dat het dan gaat om papier waarop tekst staat en waar – wil sprake zijn van een akte – een handtekening onder staat. Een ondertekend papier is nodig, doordat auteursrechten en naburige rechten heel erg lang meegaan en het ondertekende papier dient tot bewijs van de overdracht of licentie. Zo’n geschrift moet dus gedurende lange tijd raadpleegbaar zijn. In de praktijk gaat dat bij oudere werken wel eens mis. Documenten van meer dan vijftig jaar geleden zijn lang niet altijd gedigitaliseerd opgeslagen zodra dat kon en raken dan wel eens zoek bij een verhuizing, worden vernietigd door een brand of raken om andere redenen kwijt. Het gevolg daarvan is dat – mocht het op enig moment nodig zijn – de rechthebbende zijn ‘titel’ niet meer kan bewijzen. In de muziekindustrie is er best wel veel ‘grijs repertoire’ om deze redenen, oftewel repertoire waarvan het niet (meer) zeker is of betwist kan worden wie de echte rechthebbende is.
Elektronisch akte
De wetgever heeft dankzij de opkomst van de computer en het internet voorzien in een elektronische variant van de ‘akte’. In artikel 156a Rv staat daarover het volgende:
Artikel 156a
Lid 1 Onderhandse akten kunnen op een andere wijze dan bij geschrift worden opgemaakt op zodanige wijze dat het degene ten behoeve van wie de akte bewijs oplevert, in staat stelt om de inhoud van de akte op te slaan op een wijze die deze inhoud toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de akte bestemd is te dienen, en die een ongewijzigde reproductie van de inhoud van de akte mogelijk maakt.
Lid 2 Aan een wettelijke verplichting tot het verschaffen van een onderhandse akte kan alleen op een andere wijze dan bij geschrift worden voldaan met uitdrukkelijke instemming van degene aan wie de akte moet worden verschaft. Een instemming ziet, zolang zij niet is herroepen, eveneens op het verschaffen van een gewijzigde onderhandse akte. Het in de eerste zin van dit lid bepaalde lijdt uitzondering indien de akte eveneens is ondertekend door degene aan wie de akte op grond van de wet moet worden verschaft.
Deze regeling betekent in de praktijk, dat een door bijvoorbeeld de koper van een auteursrecht op een werk per fax of email ontvangen document, waaruit de instemming van de auteursrechthebbende blijkt met de verkoop, als zo’n elektronische akte kan gelden.
Daarnaast is er een wettelijke regeling van de elektronische handtekening (artikel 3:15a BW) en van de overeenkomst die langs elektronische weg tot stand is gekomen (artikel 6:227a BW).
Handtekening
Maar er dient – wil sprake zijn van een geldige levering – niet alleen sprake te zijn van een ‘geschrift’ maar ook van een handtekening. Vroeger ging het dan dus altijd om een schriftelijke handtekening, maar tegenwoordig bestaan er ook drie soorten elektronische handtekeningen die in de wet zijn geregeld, te weten:
- De gewone elektronische handtekening;
- De geavanceerde elektronische handtekening;
- De gekwalificeerde elektronische handtekening.
Aan de gewone elektronische handtekening worden weinig (technische) eisen gesteld, maar de betreffende handtekening moet wel voldoende betrouwbaar zijn. Aan de andere twee soorten handtekeningen worden hogere eisen gesteld.
Voor de rechtsgeldige levering van de rechten op een werk of een prestatie van een artiest, kan met een gewone elektronische handtekening worden volstaan als de gebruikte methode ‘voldoende betrouwbaar’ is. Wanneer dat wel en niet het geval is, is voor discussie vatbaar. Vandaar dat veel professionals kiezen voor de ‘geavanceerde elektronische handtekening’. Daarvoor is veel software beschikbaar op de markt. Een veel gebruikt programma voor de elektronische ondertekening van contracten en documenten is bijvoorbeeld Docusign.
Praktijk
In de dagelijkse muziekpraktijk komt het heel vaak voor, dat overdrachten en licenties plaatsvinden door:
- Ondertekening door beide partijen van een print van een elektronisch document;
- Het maken van een scan van die ondertekende print;
- Het versturen van de scan naar de wederpartij.
Of daarmee écht is voldaan aan alle wettelijke eisen staat echter ter discussie. Nu gaat het in heel veel gevallen goed, doordat niemand een beroep doet op de ongeldigheid van de overdracht of exclusieve licentie. Maar een partij zou dat wel kúnnen doen. De straf op een ongeldige levering is dat de wederpartij de nietigheid of de vernietigbaarheid van de transactie kan inroepen. Wordt zo’n beroep terecht gedaan, dan heeft de (ver)nietig(baar)heid) terugwerkende kracht en dat kan enorme gevolgen hebben.
Digitale platforms
In de dagelijkse praktijk worden ook veelvuldig rechten op muziekwerken min of meer automatisch overgedragen of exclusief in licentie gegeven door middel van het uploaden van de eigen muziek naar een digitaal platform, bijvoorbeeld Beatstars. Hierover heb ik al eens eerder een artikel geschreven. Ik vermoed dat dergelijke transacties naar Nederlands recht vrijwel altijd vernietigbaar zullen blijken te zijn, maar dat kan voor de maker die ondoordacht een werk heeft geupload, welk werk ineens ontzettend populair blijkt te zijn worden, dan vooral een zegen zijn. Dit vanwege de mogelijkheid als maker en artiest om de transactie alsnog te vernietigen vanwege de ongeldigheid van de elektronische handtekening. Een geluk bij een ongeluk, zeg maar.