Uit de zaak Sanchez tegen Heijns van 25 mei 2011 (Iept 20110525) is gebleken dat Syndicate The Agency BV volgens de rechtbank in feite opereerde als ‘agent’ van de Amerikaanse DJ Sanchez. Maar wat is dat eigenlijk, een ‘agent’?
Agentuurovereenkomst
Topmodellen worden vertegenwoordigd door een ‘agency’, artiesten worden vertegenwoordigd door een boekingskantoor en/of een manager en sporters zijn ondergebracht bij ‘makelaars’. In Nederland gebruiken we allerlei verschillende begrippen voor wat in feite dezelfde dienst is, namelijk ‘het tegen beloning bemiddelen’ bij de totstandkoming van overeenkomsten tussen de artiest, het model of de sporter enerzijds en derden anderzijds, zonder dat er sprake is van ondergeschiktheid. En dat sluit precies aan bij de wettelijke definitie van de agentuurovereenkomst (artikel 7:428 BW). De agentuurovereenkomst is vrij uitvoerig geregeld in het Burgerlijk Wetboek. Maar de regels zijn van ‘regelend recht’, wat betekent dat partijen van de wettelijke regeling kunnen afwijken in een schriftelijk contract. Ontbreekt een contract tussen de agent en de artiest, dan is de wettelijke regeling wél van toepassing. Zo zijn er bepalingen over het al dan niet op schrift stellen van de afspraken, de aansprakelijkheid van de ‘handelsagent’, de zorgplicht, de berekening en opeisbaarheid van de provisie, de opzegging van de overeenkomst, de ontbinding, schadevergoeding, het concurrentiebeding en – last but not least – het recht op goodwill. Vooral deze laatste bepaling kwam Syndicate The Agency in de zaak tegen Sanchez duur te staan.
Goodwill
In artikel 7:442 BW is geregeld dat een agent recht heeft op een klantenvergoeding oftewel goodwill vergoeding voor zover de agent nieuwe klanten heeft aangebracht en een vergoeding billijk is, gelet op alle omstandigheden, in het bijzonder op de verloren provisie uit de overeenkomsten met de betreffende klanten. De vergoeding is in de wet gemaximeerd tot eenmaal de gemiddelde beloning per jaar, welke wordt berekend over een periode van vijf jaar. Sanchez diende van de rechtbank een klantenvergoeding van € 60.000,- aan Syndicate te voldoen, dit naast een schadevergoeding ad € 43.000, – vanwege het door de DJ niet in acht nemen van de wettelijk geregelde opzegtermijn van (in dit geval) vijf maanden. Kortom, het beëindigen van een agentuurovereenkomst kan maar beter zorgvuldig geregeld worden en een bezoek aan een advocaat, voorafgaand aan de opzegging, kan wellicht hoge, onvoorziene kosten voorkomen, met name als partijen zelf geen schriftelijk contract hebben gesloten.
Opdracht
Toch behoeft niet altijd sprake te zijn van agentuur als het gaat om bemiddelingsovereenkomsten die boekers, impresariaten, agenten, managers, artiesten en showbureaus sluiten met opdrachtgevers van artiesten. Mr A.H. Lamers heeft daar een mooi proefschrift over geschreven, getiteld ‘contracteren door intermediairs in de muziekindustrie’ (Kluwer, 2011). Hij signaleert terecht dat meer algemeen gesproken, sprake is van ‘opdracht’, waaronder tevens kunnen worden begrepen: lastgeving en de bemiddelingsovereenkomst. Dat zijn in de wet geregelde overeenkomsten waar weer geheel andere voorschriften op van toepassing zijn. Daarnaast bestaat er ook nog een Wet Allocatie Arbeidskrachten door Intermediairs (WAADI), maar deze is sinds 1998 niet meer van toepassing op de werkzaamheden van intermediairs in de muziekindustrie (mr Lamers denkt daar overigens anders over, zie zijn proefschrift).
Frankrijk
In Nederland staat de contractsvrijheid voorop en kunnen partijen in beginsel regelen wat zij willen, ook als het gaat om de relatie agent – artiest. Ontbreekt een schriftelijke regeling, dan kan het dus zijn dat één van de hiervoor genoemde algemene wettelijke regelingen moeten worden toegepast. In Frankrijk is dat anders. Daar bestond al jarenlang een uitvoerige wettelijke regeling als het ging om de positie van de talent manager of ‘agent’. Maar Frankrijk moest vanwege de Europese dienstenrichtlijn (2006/123/EC) een versoepeling van het daar geldende regime doorvoeren. En dat is onlangs gebeurd. De dienstenrichtlijn is een Europese wet die ervoor zorgt dat het eenvoudiger wordt om diensten binnen de Europese Unie en de EER (de EU-lidstaten plus IJsland, Noorwegen en Liechtenstein) grensoverschrijdend aan te bieden. De dienstenrichtlijn moet het eenvoudiger maken voor een bedrijf uit een EU-land om diensten in een ander Europees land te leveren.
Agent is geen manager
In Frankrijk bestond er altijd een duidelijk onderscheid tussen de talent agent enerzijds en de manager of impresario anderzijds. Op beide disciplines waren verschillende wettelijke regels van toepassing. Dit onderscheid is echter recentelijk afgeschaft. Een talent agency mag zich nu dus ook een impresario of manager noemen. Waar het om gaat is dat iemand door één of meerdere uitvoerende kunstenaars tot dienst agent is aangewezen om – tegen een vergoeding – diens professionele belangen te behartigen. Is dat het geval, dan zijn de nieuwe regels van toepassing. De wettelijke verplichtingen van de agent betreffen algemeen gesproken, de promotie van de professionele carrière van de artiest, waaronder het bijhouden en regelen van de agenda, de boekingen, het onderhouden van de contacten met de pers en de zakelijke relaties en het beoordelen en onderhandelen van artiestenovereenkomsten. Een schriftelijk contract is overigens verplicht.
Geen vergunning
De vergunningsplicht is in Frankrijk afgeschaft, waardoor het nu ook voor Nederlandse managers en agenten gemakkelijk is geworden in Frankrijk als agent te opereren. Maar men moet zich wel voorafgaand aan de activiteiten in Frankrijk laten inschrijven in het nationale ‘talent register’. Dit register heeft een informatieve functie. Overigens is het een agent in Frankrijk niét toegestaan om ook films en andere audiovisuele werken te produceren. Deze beperking bestond vroeger ook al en is dus gebleven.
Vergoedingen
Interessant zijn de nieuwe Franse bepalingen als het gaat om de vergoeding die de agent voor zijn werkzaamheden van de artiest mag bedingen. Ook dat is en blijft wettelijk geregeld. Dit in tegenstelling tot Nederland, waar de vergoeding voor de agent door onderhandeling tussen partijen tot stand komt. In Frankrijk was de vergoeding gemaximeerd tot 10%, te berekenen over de bruto-inkomsten van de artiest. Dit maximum is gebleven als het gaat om optreedovereenkomsten, maar als de agent ook andere werkzaamheden verricht voor de artiest die zijn professionele carrière bevorderen, kan de vergoeding worden verhoogd naar (maximaal) 15%. Managers zullen in Frankrijk dus vrijwel steeds een vergoeding van 15% bedingen van hun artiesten. Uit de nieuwe regeling blijkt wel, dat de vergoeding voor de agent niét berekend mag worden over eventuele kostenvergoedingen die de artiest van derden ontvangt. Daar staat tegenover dat de ‘talent agent’ in zijn contract met de artiest een kostenvergoeding voor zichzelf mag bedingen.
Conclusie
Nederlandse agenten en managers doen er goed aan hun zakelijke verhouding met de Nederlandse artiest te regelen in een schriftelijk contract, maar verplicht is dat niet. Nederlandse managers en agenten móeten een schriftelijk contract sluiten met artiesten, willen zij werkzaamheden kunnen verrichten in Frankrijk. Daarnaast moeten zij aan een aantal andere regels voldoen. Deze regels zijn recentelijk eenvoudiger geworden.