Salah Edin, Mo$heb, rapteksten, Wilders en de Hoge Raad

Het is alweer enige tijd geleden dat ik de belangen van een Nederlands-Marokkaanse rapper en een portretfotograaf behartigde in een civielrechtelijke zaak tegen de heer Wilders. De zaak ging over een onrechtmatige publicatie van een portretfoto in een film. Wat was het geval? Wilders bracht in 2008 zijn film Fitna uit. Aan deze controversiële anti-islam film was een debat in de Tweede Kamer gewijd en nog voor de film verscheen sprak de Nederlandse Minister-President al over een ‘forse crisissituatie’. Wilders had een op de hoes van het debuutalbum van de rapper, Salah Edin, afgedrukte foto gebruikt in zijn film Fitna. Hij had de foto van de rapper aangezien als een foto van Mohammed B., de moordenaar van filmmaker Theo van Gogh. Niet Mohammed B., maar Salah Edin was vervolgens te zien in de film Fitna. De rapper en de fotograaf kregen een schadevergoeding toegewezen van de rechter vanwege de door Wilders gemaakt vergissing. Wilders moest bovendien zijn film Fitna aanpassen.

Dat Wilders het wel vaker aan de stok krijgt met rappers, blijkt uit een recente uitspraak van de Hoge Raad (22 mei 2012, LJN BW6181). In dit geval is het niet de rapper, maar Wilders die klaagt. Bovendien betreft het een strafrechtelijke kwestie. Het betreft een zaak uit 2007. Mo$heb brengt dan een rap uit op een CD getiteld ‘Wie Iz De Volgende? (Geert Wilders Diss)’? Hij verkoopt 250 exemplaren van de CD. Wilders doet op 27 augustus 2007 aangifte tegen de rapper van ‘bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht’. Het Hof stelt later vast dat voor Wilders de rap in combinatie met het geluid van pistoolschoten in de videoclip, aanleiding voor de aangifte is geweest. De raptekst bevat blijkens de delen die daarvan zijn opgenomen in het arrest, inderdaad de nodige dreigende taal. Maar wat mij vooral opvalt is het feit dat de raptekst niét volledig is opgenomen in het arrest. Op youtube.com kan de hele tekst namelijk eenvoudig worden nagelezen en gehoord. Zo blijkt dat de rapper wil dat Wilders zijn uitspraken terugneemt en is bijv. de volgende tekst niet in het arrest opgenomen:

‘Een terroriste moslim? Geert je weet niet waar je over praat. Een echte moslim die doet geen vlieg kwaad. Hoor je me? De islam betekent vrede en rust. ……’

Nu ben ik zelf totaal niet thuis in het strafrecht, maar het is toch wel vreemd dat bij de beoordeling van de klacht ‘doodsbedreiging’ door de rechter niét de gehele tekst van de rap wordt meegenomen. Is die context dan niet van belang? Uitsluitend de door de aangever als bedreigend ervaren zinnen uit de tekst worden kennelijk beoordeeld door de strafrechter. In het civiele recht telt juist de gehele context mee, zowel alle omstandigheden van het geval als de gehele tekst waarin een onrechtmatig geacht tekstfragment is opgenomen. Bekijk ik de gehele tekst, dan ontstaat er toch wel een wat andere context volgens mij. Dan moeten de omstandigheden in 2007, toen Wilders veelvuldig de krant haalde ivm zijn plannen om Fitna uit de brengen, worden meegewogen. Maar bijv. ook de fragmenten in de tekst die erop duiden dat de raptekst een reactie is op eerder door Wilders gedane uitlatingen over de islam en moslims. Uitspraken die kennelijk aanstootgevend waren voor de rapper.

Het Hof spreekt Mo$heb vrij, met name omdat het Hof de context waarin de tekst is geplaatst niet kan vaststellen. Kennelijk is de context dus toch wel belangrijkrijk in het strafrecht. Het Hof kan naar eigen zeggen de context niet vaststellen, doordat Wilders in zijn aangifte met name ook de videoclip met de pistoolschoten bedreigend vond, terwijl in hoger beroep blijkt dat de beschikbare videoclip een andere is dan de videoclip die aanleiding was voor de aangifte, en niet kan worden vastgesteld dat Mo$heb iets met de videoclip van doen heeft gehad.

Het openbaar ministerie ziet deze vrijspraak niet zitten en gaat in cassatie bij de Hoge Raad. De AG stelt vast dat het Hof de zaak niet goed heeft begrepen. Niet de videoclip of de pistoolschoten, maar de raptekst zélf dient centraal te staan in deze zaak. Wanneer sprake is van een strafrechtelijk niet toegestane ‘bedreiging’ is in de rechtspraak van de Hoge Raad in belangrijke mate geobjectiveerd. Het Hof past die maatstaf volgens de AG onjuist toe.

De Hoge Raad volgt het betoog van de AG, en de zaak worden terugverwezen naar het Hof in Den Haag, die nu opnieuw uitspraak moet gaan doen. Ik mag hopen dat het Hof Den Haag in ieder geval wél de complete tekst erbij gaat pakken, immers, nu de context van de videoclip en andere omstandigheden er kennelijk in het strafrecht niet toe doen en alleen de bedreigingen in de tekst moeten worden beoordeeld, dienen deze bedreigingen dan toch tenminste in de context van de gehele tekst te worden beoordeeld, zo lijkt mij. Dat lijkt mij wel zo ‘objectief’.

In 2005 werden twee rappers van de Haagse rapgroep DHC veroordeeld tot 150 uur werkstraf wegens bedreiging van Hirsi Ali door middel van hun ‘Hirsi Ali Diss’.

Eveneens in 2005 oordeelt de Hoge Raad over een zaak waarbij een middelbare scholier een rap met bedreigingen heeft verspreid via MSN. Hij heeft naar eigen zeggen de rap gemaakt om zijn gevoelens te uiten, doordat hij door meerdere meisjes in de klas werd gepest. Hij werd dat op een gegeven moment zo zat, dat hij een liedje maakte met een heftige raptekst. Zinnen als ‘Ik trek je long eruit…’, ‘Ik hoop dat er iemand naar je toe komt en een pen door je strot drukt, en je doodbloedt, ik trap je mank’ etc. etc. waren voor het Hof voldoende om deze rapper strafrechtelijk te veroordelen.

In deze zaak komt de maatstaf waaraan getoetst moet worden in het strafrecht duidelijk naar voren. Het gaat er volgens de Hoge Raad om, dat:

  • De bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging; en
  • De bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied; dat
  • Bij de bedreigde de redelijke vrees kon ontstaan; dat
  • Hij het leven zou kunnen verliezen; en
  • Het opzet van de verdachte daarop was gericht.

Nu wordt in dit geval de rapper juist veroordeeld door het Hof voor het toesturen van het liedje aan het desbetreffende meisje nadat de rapper zijn excuses aan het meisje had aangeboden. De Hoge Raad laat het arrest van het Hof dan ook niet in stand.

Maar hoe zit het nou met de ‘context’, telt die wel of niet mee in het strafrecht? De AG concludeert in de zaak uit 2005 dat de Hoge Raad in ieder geval terughoudend is als het gaat om de context van een raptekst. Als de geuite woorden op zichzelf genomen een bedreiging tegen het leven inhouden, mag als regel worden aangenomen dat die woorden bij degene tot wie ze waren gericht, de redelijke vrees konden doen ontstaan dat hij of zij van het leven zou worden beroofd. Tenzij overduidelijk sprake is van schertst, spel of beeldspraak. Of de Hoge Raad daarbij zo ver gaat dat ook ‘loze’ dreigementen die in drift en boosheid worden geuit, een bedreiging in de zin van artikel 285 Sr opleveren, is volgens de AG echter de vraag. De AG oordeelt in zijn Conclusie dat het de vraag is of de context in het onderhavige geval de bedreigde taal ontzenuwt. Hij ziet het als een feit van algemene bekendheid, dat veel raps die worden geschreven uiterst grof, beledigend en gewelddadig zijn en noemt een aantal concrete voorbeelden. Waar eindigt de verbeelding van ‘agressieve fantasie’, of de ‘literaire verwoording van woede’ en begint een reële, strafrechtelijk niet-toegestane bedreiging?

We weten het niet precies. Rapteksten zullen in de toekomst vast nog wel eens vaker aan de Hoge Raad worden voorgelegd.

Hier een recentere link van Wilders die uithaalt naar rapper Typhoon. Gaat over racisme: https://www.rtlboulevard.nl/entertainment/showbizz/artikel/5172324/wilders-noemt-uitspraken-typhoon-ziekelijk-gezeur

Heeft u een muziekadvocaat nodig?

Neem contact op met Margriet Koedooder, voor al uw vragen over muziekcontracten en muziekrecht.

Deel deze blog met