De Hoge Raad en de thuiskopie

Aan de 6 jaar durende strijd tussen De stichting Thuiskopie  en de stichting International Rights collecting and Distribution Agency (IRDA) is op 26 november 2010 een voorlopig einde gekomen. De Hoge Raad vernietigt het eerdere arrest van het Amsterdamse Gerechtshof en oordeelt dat een ander Hof het werk over moet doen.

De Thuiskopie

Stichting De Thuiskopie  incasseert in Nederland een vergoeding bij importeurs of fabrikanten van blanco gegevensdragers, zoals CD’s. Deze vergoeding verdeelt zij vervolgens onder diverse belangenorganisaties, zoals Sena, Norma en Irda. Deze organisaties verdelen de gelden op hun beurt weer onder de leden/rechthebbenden.

Irda was door De Thuiskopie op 1 november 2000 erkend als ‘verdelingsorganisatie’, maar deze erkenning werd door De Thuiskopie op 1 april 2004 opgeheven, met terugwerkende kracht, tot 1 januari 2002.

Irda meent nu nog een bedrag van ruim 1 miljoen euro tegoed te hebben van De Thuiskopie. Het betreft een bedrag dat medio 2004 door de accountant van De Thuiskopie zelf als ‘tegoed’ was opgegeven aan Irda. Irda beroept zich op nakoming van een afspraak, daar waar De Thuiskopie meent aan Irda in 2004 een voorlopige stand te hebben doorgegeven. Na 2004 zijn de betreffende bedragen alsnog door Sena en Norma verdeeld onder de rechthebbenden. De Thuiskopie wil niet twee keer moeten betalen aan de rechthebbenden. Irda meent echter dat zij als organisatie zelf recht heeft op dat geld. 

Totaal recapitulatie

Na het hiervoor genoemde besluit van 1 april 2004 hebben partijen een bespreking gehad. Tijdens de bespreking heeft De Thuiskopie  toen – zonder verder een  voorbehoud te maken – een  door PWC opgestelde ‘Totaal recapitulatie inzake de financiering van de aan Irda toekomende gelden’ verstrekt. Het bedrag van ruim  1 miljoen euro wordt op dit totaaloverzicht genoemd als zijnde het bedrag waar Irda nog recht op heeft. Inmiddels meent De Thuiskopie immers bijna 1 miljoen euro van Irda tegoed te hebben. Partijen staan dus lijnrecht tegenover elkaar.

Verrassing

Voor De Thuiskopie komt het oordeel van het Hof als een volslagen verrassing. Irda had zich in de procedure helemaal niet beroepen op een ‘vaststellingsovereenkomst’.  Volgens De Thuiskopie is de ‘totaal recapitulatie’ slechts een momentopname geweest. Er zijn daarna allerlei nieuwe ontwikkelingen geweest, die er voor hebben gezorgd dat de aanvankelijke 1 miljoen euro voor Irda verdampten en er zelfs een vordering van De Thuiskopie op Irda ontstond van ongeveer hetzelfde bedrag. Doordat Irda geen rekening en verantwoording wilde afleggen over 2003, had De Thuiskopie op een gegeven moment besloten de gelden (een bedrag van inmiddels ruim 2 miljoen euro) via Norma en Sena tot uitkering te laten komen onder de rechthebbenden. Irda vorderde dus als het ware gelden van De Thuiskopie, die door De Thuiskopie via Norma en Sena al waren uitgekeerd onder de rechthebbenden. Toch kreeg Irda van het Hof gelijk. Maar dankzij deze uitspraak van het Hof was nu wel sprake van een ‘ongerijmde uitkomst’, stelde De Thuiskopie, die immers niet dubbel wilde betalen.

Aanvulling gronden

Geen van partijen had in het debat bij de rechtbank en het Hof dus het woord ‘vaststellingsovereenkomst’ laten vallen. Toch kon het Hof daar wel toe oordelen, aangezien de rechter ambtshalve de rechtsgronden dient aan te vullen. Maar de rechter mag niet buiten de rechtsstrijd treden zoals deze door partijen aan de rechter wordt voorgelegd. Was daarvan nu wel of niet sprake geweest in dit geval?

De Hoge Raad oordeelt dat het aan de feitenrechter – in casu het Hof – is voorbehouden om een oordeel te vellen over de feiten. Of een afspraak wel of niet in de vorm van een vaststellingsovereenkomst is gemaakt, is een feitelijke kwestie waarover de Hoge Raad zelf niet meer kan oordelen. De Hoge Raad oordeelt uitsluitend over het wel of niet juist toepassen van het recht en gaat niet over feitelijke kwesties.

In dit geval oordeelt de Hoge Raad toch dat het Hof het niet goed heeft gedaan. Het Hof had de stellingen van De Thuiskopie, te weten:

  • Er zijn naderhand bijstellingen gedaan in de berekening van de totaal recapitulatie;
  • De totaal recapitulatie is niet meer dan een momentopname;

ten onrechte niet onderzocht, aldus de Hoge Raad. Het Hof had dat wél moeten doen, want de exacte inhoud van de vaststellingsovereenkomst was onvoldoende vast komen te staan.

Irda moet nu een nieuwe uitspraak van een ander Hof afwachten. Maar vooralsnog ziet het er naar uit dat Irda naar de vergoeding kan fluiten. Dat is ook niet zo gek als bedacht moet worden dat de rechthebbenden de betreffende gelden – via Norma en Sena – uitgekeerd hebben gekregen. Zelfs heeft Irda een kostenvergoeding gekregen volgens De Thuiskopie. Het is mij dan ook een raadsel waarom Irda op de uitbetaling van 1,5 miljoen euro blijft aandringen, uit de uitspraak van de Hoge Raad blijkt dat in ieder geval niet. Wie het weet mag het mij zeggen!

Heeft u een muziekadvocaat nodig?

Neem contact op met Margriet Koedooder, voor al uw vragen over muziekcontracten en muziekrecht.

Deel deze blog met