Rechtszaak Eminem tegen Spotify en Harry Fox Agency

Is CEO Daniel Ek van Spotify verplicht om te getuigen over Spotify’s Amerikaanse licentiestrategie in 2011?

Eminem (Eight Mile Style heet zijn bedrijf) procedeert al sinds 2019 tegen Spotify en Harry Fox. Eminem meent dat Spotify inbreuk op zijn auteursrechten heeft gemaakt door 243 muziekwerken zonder zijn toestemming en zonder te beschikken over een deugdelijke licentie voor mechanische rechten, te verveelvoudigen. Harry Fox wordt verweten dat het Spotify bij het maken van de inbreuken heeft gefaciliteerd. Spotify heeft op haar beurt Kobalt Music Publishing in de zaak betrokken. Volgens Spotify heeft Kobalt een vrijwaring gegeven aan Spotify voor alle claims van derden, zoals die van Eminem. Mocht al geoordeeld worden dat Spotify een inbreuk heeft gepleegd, dan is het volgens Spotify dus Kobalt die de uiteindelijke rekening zal moeten betalen.

Getuigenverhoor Daniel Ek

Vandaag werd bekend dat Spotify’s CEO, Daniel Ek, als getuige moet verschijnen voor de rechters. De advocaten van Ek hadden grote bezwaren aangevoerd tegen zo’n getuigenverhoor. Volgens hen is Ek als CEO van Spotify niet dan wel onvoldoende bekend met de ins & outs van de zaak:

Mr. Ek lacks personal knowledge of the issues in this case, deposing Mr. Ek would result in annoyance, harassment, and undue burden and expense and testimony on the topics that Plaintiffs have identified is available from other witnesses.’

Proportionaliteit

In het Amerikaanse recht is het mogelijk via de rechter een verbod te krijgen tot het horen van een specifieke getuige. De rechter moet dan allereerst beoordelen of hetgeen waarover de getuige kan verklaren, wel relevant is voor de zaak. Is dat het geval, dan moet de rechter beoordelen of mogelijk sprake is van niet-toegestane, schadelijke neveneffecten voor de getuige. Is de verlangde getuigenis voor de getuige bijvoorbeeld heel erg duur en bezwarend, dan kan de rechter de beoogde getuige beschermen tegen een getuigenverhoor. Er moet meer algemeen gesproken sprake zijn van ‘proportionaliteit’. De verlangde informatie moet echt nodig en nuttig zijn voor de eiser en bijvoorbeeld niet gemakkelijk op een andere, minder belastende wijze kunnen worden verkregen door de eiser.

Fouten Harry Fox

De verwijten van Eminem gaan terug naar de begintijd van Spotify in Amerika, in 2011. Spotify liet het sluiten van licenties voor het verkrijgen van de mechanische rechten van de op Spotify voorkomende songs toen over aan Harry Fox. Op enig moment was echter gebleken, dat Harry Fox grote moeite had met het ‘matchen’ van geluidsopnamen aan de gebruikte muziekwerken in de geluidsopnamen. Veel muziekauteurs liepen daardoor geld mis, waaronder Eminem, zo claimt eiser.

Opzettelijke inbreuk

Eminem’s advocaten beweren in feite dat Spotify van aanvang af welbewust inbreuk pleegde op de auteursrechten van Eminem:

“Spotify’s apparent business model from the outset was to commit willful copyright infringement first, ask questions later, and try to settle on the cheap when inevitably sued,” and that Spotify, acting through HFA, knowingly established a system of sending untimely and ineffective NOI’s.”

Zij willen aan Ek met name de volgende vraag stellen:

why Ek and Spotify “made no direct attempt to secure mechanical license agreements that would allow the underlying musical compositions to stream rather than outsourcing that obligation to HFA (Spotify needed both).”

Begintijd Spotify

In 2011 was het slecht gesteld met de internationale muziekindustrie. Dankzij internet, P2P-technologie en grootschalige piraterij was de CD-markt compleet ingestort. Op grote schaal werd muziek ‘gratis’ gebruikt. Pas dit kalenderjaar is de internationale muziekmarkt in geld weer evenveel waard in dollars als in het topjaar 1999. Met dien verstande dat een inflatiecorrectie laat zien dat de totale inkomsten nu nog steeds feitelijk 36% lager liggen dan in 1999. Het bedrag oftewel getal is dus hetzelfde, maar dat bedrag is veel minder waard dan het was in 1999. Niettemin erkennen vriend en vijand dat Spotify ervoor heeft gezorgd dat de muziekindustrie weer kon floreren na een periode van maar liefst 15 jaar verval. Maar het duurde zeker een aantal jaren voordat Spotify de voor haar streamingdienst noodzakelijke auteursrecht-licenties in orde had. Daar gaat in feite de zaak van Eminem tegen Spotify over. Inbreuken die zijn gemaakt in de beginjaren van Spotify, waardoor Eminem veel te weinig betaald heeft gekregen voor het gebruik van zijn muziekwerken in die periode. Maar mag je voor het verkrijgen van bewijs dan ook de CEO van het betreffende bedrijf verplichten om te worden gehoord over zijn kennis van de licenties en de gang van zaken in deze beginjaren?

CEO moet getuigen

De Amerikaanse rechter heeft geoordeeld dat Ek inderdaad moet komen getuigen. Wat mij wel opvalt, is dat het horen van Ek als getuige, niet automatisch met zich meebrengt dat zijn getuigenis ook gebruikt mag worden in de procedure. Spotify meent namelijk dat – als het gaat om claims die zien op de periode vanaf 2011 – sprake is van verjaring en alleen al om die reden de inhoud van de getuigenis niet gebruikt mag worden in de procedure. In de woorden van de rechter:

“.. the information sought need not be admissible to be discoverable.”

Zoeken naar informatie in een getuigenverhoor mag dus, ook al moet later nog blijken of datgene wat men heeft gevonden ook daadwerkelijk gebruikt mag worden in de procedure.

Commercieel redelijk handelen?

De Amerikaanse rechter is het in feite eens met eiser dat:

“No one else can explain Mr. Ek’s decision to rigorously negotiate agreements with record labels while passing the buck on musical compositions and purportedly being hands-off with regard to HFA. No one else can testify as to whether Mr. Ek knew from the outset that HFA was not up to the task of securing mechanical licenses at the scale Spotify required, and thus was not a commercially reasonable vendor.”

Dit verwijt is interessant, omdat door Spotify tot op de dag van vandaag relatief veel minder geld wordt betaald voor muziekauteursrechten dan hetgeen de platenlabels naar zich toe hebben kunnen trekken voor het gebruik van hun opnamen. De ‘majors’ waren zelfs jarenlang mede-aandeelhouder van Spotify en hebben deze aandelen later met grote winsten kunnen verkopen!

Te druk telt niet

Uit deze uitspraak blijkt dat een meer algemeen argument van Spotify, te weten dat een CEO als Ek van een internationaal megabedrijf als Spotify simpelweg ‘te druk’ is om te getuigen, niet opgaat. Druk of niet: als een getuigenis relevant en proportioneel is dan doet de functie van de getuige er verder weinig toe. Ek moet dus gaan getuigen, ook al heeft de rechter bepaald dat – vanwege het drukke bestaan van Ek – het verhoor op afstand moet worden afgenomen en maximaal drie uur mag duren. De hoge functie van Ek heeft dus toch nog enige relevantie gekregen.

De zitting in de hoofdzaak staat in de planning voor september 2023, dus het gaat allemaal nog wel even duren. Wordt dus vervolgd.

Heb je als artiest, auteur, muziekuitgever, platenlabel of andere partij in de creatieve industrie vragen over jouw winstkansen of over het voeren van vergelijkbare of andere gerechtelijke procedures in Nederland? Stuur me een email. Ik heb hier veel ervaring mee.

Heeft u een muziekadvocaat nodig?

Neem contact op met Margriet Koedooder, voor al uw vragen over muziekcontracten en muziekrecht.

Deel deze blog met