TERMINATOR: Waarom Amerikaanse artiesten vanaf 2013 massaal de door hen aan de platenmaatschappij overgedragen rechten op zullen eisen….

Binnenkort zal in Nederland een nieuw Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht worden gepresenteerd (zie eerdere blogartikelen) waarin een recht voor de artiest en auteur zal worden opgenomen, om eerder aan een exploitant overgedragen rechten – onder omstandigheden – weer te kunnen opeisen. In andere landen bestaat een dergelijke regeling soms al wat langer, zoals in de Verenigde Staten. Uit de ervaringen daar blijkt dat een teruggave regeling vaak allerlei specifieke nieuwe juridische vragen oproept. De Nederlandse wetgever zou daarmee rekening kunnen houden, bijv. in de Memorie van Toelichting.

Right to reclaim

In Amerika kent men de betreffende regeling sinds 1978. De regeling luidt als volg

An author may transfer his or her rights ‘in whole or in part by any means of conveyance’ (artikel 17 USC paragraaf 201 (d)(1) (2000) and may terminate any such conveyance and reclaim full rights in their work thirtyfive years after the time of transfer (paragraaf 203).

2013

Het jaar 2013 zal dus het allereerste jaar zijn waarin Amerikaanse artiesten, die in 1978 rechten hebben overgedragen aan hun platenmaatschappij, hun rechten terug kunnen claimen door het beëindigen van de levering ervan.  Op een website zoals http://www.oldielyrics.com is heel gemakkelijk op te zoeken van welke belangrijke Amerikaanse artiesten er in 1978 een plaat is uitgekomen. Ik noem er een aantal:

  • Alice Cooper
  • Barbra Streisand
  • Barry Manilow
  • Billy Joel
  • Blondie
  • Bob Dylan
  • Bruce Springsteen
  • Carly Simon
  • Dolly Parton
  • Emmylou Harris
  • Prince
  • Michael Jackson

Maar werkt dit nu precies?

Amerikaans auteursrecht

In Amerika is – net als in Nederland – in de Auteurswet géén definitie opgenomen van het begrip ‘auteur’. In Nederland is in artikel 1 van de Auteurswet wél geregeld dat het auteursrecht het uitsluitend recht van de maker van een werk is. In Amerika heeft de Supreme Court beslist dat het begrip ‘author’ betekent: ‘he to whom anything owes its origin; originator; maker’. De Surpreme Court heeft ook beslist dat er een ‘modicum of originality’ moet zijn wil er sprake kunnen zijn van auteurschap met betrekking tot een werk. Een klein beetje originaliteit dus. In Nederland moet sprake zijn van een ‘voortbrengsel met een Eigen Oorspronkelijk Karakter dat het Persoonlijk Stempel van de maker draagt’, hetgeen ook wel afgekort wordt tot EOK&PS. Ook een klein beetje originaliteit als het ware.

Geen naburig recht

Maar een belangrijk verschil met ons Nederlandse auteursrechtelijke systeem, is het feit dat in de Amerikaanse Auteurswet sprake is van een auteursrecht op een ‘sound recording’ (eerste opname) terwijl we daarvoor in Nederland de Wet Naburige Rechten (WNR) hebben geïntroduceerd in 1993. De WNR kent een naburig recht toe aan de eigenaar van het fonogram (eerste opname) en is eerder aan te merken als een investeringsbescherming dan een bescherming van creativiteit. De WNR beschermd bijv. ook een eerste opname van ‘uitsluitend geluiden’, creativiteit is daarvoor niet vereist. Maar in Amerika gaat het wél om enige originaliteit, wil de eerste opname de bescherming van de Auteurswet genieten.

Wie is de auteur?

Naar Amerikaans recht is het dus van belang vast te stellen wie nu precies de maker van de eerste opname (het werk) is. Is dat de platenmaatschappij, of is dat de artiest? En als het gaat om de artiest, is dan iedere artiest even belangrijk, dus ook de achtergrondzangeres, of gaat het dan uitsluitend om de hoofdartiest oftewel de ‘featured artist’? Of gaat het wellicht om alle personen die een creatieve bijdrage aan de opname hebben geleverd, dus zowel de hoofdartiest, de producer van het album, de studiotechnicus, de achtergrondzangers en sessiemuzikanten? In het laatste geval is een ‘sound recording’ evenals een film aan te merken als een gezamenlijk werk. De Amerikaanse Copyright Office is bijvoorbeeld deze laatste mening toegedaan. Makers van een gezamenlijk werk hebben in de Verenigde Staten samen een ongedeeld auteursrecht op het gehele werk. Wel is er wat juridische onduidelijkheid over de vraag of iedere bijdrage aan het gezamenlijke werk zelf ook een zelfstandig ‘werk’ moet zijn, wil sprake kunnen zijn van gezamenlijk makerschap. In het geval van een liedje – een compositie met een tekst – is van dergelijke zelfstandige bijdragen sprake. Maar niet iedere bijdrage aan het maken van een ‘sound recording’ is natuurlijk een zelfstandig ‘werk’. Is een zelfstandig beschermde bijdrage niét vereist voor mede-auteurschap, dan komen dus in feite meer artiesten en andere personen in aanmerking voor het recht om overgedragen rechten weer terug te eisen.  

Work made for hire

Nu zagen de platenmaatschappijen dit scenario al 33 jaar geleden aankomen, dus men heeft daar in de platencontracten ook wel op geanticipeerd. In Amerikaanse platencontracten is dan ook vrijwel altijd een clausule opgenomen waarin wordt opgemerkt dat de te vervaardigen opname door de contracteren partijen wordt aangemerkt als zijnde een ‘work made for hire’, hetgeen enigszins vergelijkbaar is met ons werkgeversauteursrecht. Is een ‘sound recording’ een ‘work made for hire’ dan is het de platenmaatschappij die over het auteursrecht op de sound recording beschikt. En voor het geval dat deze regeling niet afdoende blijkt (in de rechtspraak en juridische literatuur heeft men zich tegen een dergelijke zienswijze uitgesproken) is in veel platencontracten een overdracht van de rechten van de artiest in de sound recording opgenomen, ten gunste van de platenmaatschappij. Maar het is nu juist díé overdracht die na 35 jaar kan worden aangetast.

Mede-auteurs

Naar verwachting zullen in 2013 dus talloze Amerikaanse artiesten met hun platenmaatschappij om de tafel gaan zitten om hetzij nieuwe (betere) voorwaarden te bedingen, dan wel hun rechten terug te eisen, om ze daarna op niet-exclusieve basis aan derden te verstrekken. Maar dan moet tegen die tijd eigenlijk wél duidelijker zijn wie de auteur van de sound recording nu eigenlijk is, de platenmaatschappij (work made for hire), de hoofdartiest, dan wel een verzameling van rechthebbenden. In het laatste geval kan naar Amerikaans recht de meerderheid van een groep mede-auteurs beslissen of de rechten worden opgeëist, tenzij weer sprake is van separate contracten. Zo beschikt de producer van een opname meestal over een eigen, zelfstandig platencontract. Is dat het geval, dan kan de producer nar Amerikaans recht zelfstandig over zijn auteursrechtelijke bijdrage beslissen, met alle complicaties van dien. Kortom: het wordt er in 2013 niet eenvoudiger op voor de Amerikaanse muziekindustrie. Men hoopt dan ook dat het Congres voordien zal ingrijpen.

De Nederlandse wetgever zou er bij de introductie van het Wetsvoorstel Auteurscontractenrecht m.i. goed aan doen op voorhand de nodige complicaties, die zowel in feitelijk als in juridisch opzicht kunnen ontstaan als gevolg van de ontbinding van een platencontract of het opeisen van overgedragen rechten, te inventariseren en daarover uitspraken te doen. Dat kan wellicht veel onzekerheid en juridische procedures op voorhand voorkomen.

(bron: Abbott M. Jones, ‘Yours, Mine, and Ours, Tulane University Law School, 2009)

Heeft u een muziekadvocaat nodig?

Neem contact op met Margriet Koedooder, voor al uw vragen over muziekcontracten en muziekrecht.

Deel deze blog met