Op 1 juli 2015 is het implementatiewetsvoorstel Collectief Beheer bij de Tweede Kamer ingediend. Collectieve beheersorganisaties (CBO’s) zoals Buma/Stemra, kunnen daardoor volgens de overheid vanaf 2016 gemakkelijker licenties verstrekken aan onlinegebruikers van muziek binnen de hele Europese Unie. De overheid wil zo het legale online aanbod van beschermde werken, bijvoorbeeld streaming muziekdiensten, stimuleren.
Europese richtlijnen
Het wetsvoorstel is een gevolg van de Richtlijn 2014/26/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014. Deze Richtlijn heeft tot doel de nationale regelgeving voor de toegang tot het beheer van auteurs- en naburige rechten door CBO’s, de governance van CBO’s en het toezicht op CBO’s te harmoniseren. Een vierde doel van de regeling is het mogelijk maken van de uitgifte van multiterritoriale licenties voor het online gebruik van muziekwerken binnen de interne markt. Sinds een rechtszaak van de Engelse PRS tegen Buma/Stemra weten we dat Buma dergelijke licenties op dit moment namelijk niet mag verstrekken. Dat moet uiterlijk 10 april 2016 zijn veranderd, want dat is het moment waarop de Richtlijn in nationale regelgeving behoort te zijn omgezet. De huidige Wet Toezicht moet daarvoor worden aangepast.
Belangrijkste wijzigingen
Alhoewel veel van hetgeen volgens de Richtlijn nader moet worden geregeld in Nederland al ís geregeld in de Wet Toezicht, zijn er ook een aantal belangrijke wijzigingen aan te duiden:
- Er komt een nieuwe definitie van het begrip ‘collectieve beheersorganisatie’;
De huidige lijst van 18 organisaties die onder het toezicht van het College van Toezicht vallen verdwijnt. Het College zal voortaan toezicht houden op alle CBO’s die onder de definitie van ‘CBO’ vallen. Dat zijn uitsluitend CBO’s die in Nederland zijn gevestigd of hier een nevenvestiging hebben.
- De introductie van ‘onafhankelijke beheersorganisaties;
Een Onafhankelijke Beheers Organisatie (OBO) is een organisatie met een winstoogmerk dat – in tegenstelling tot een CBO – niet onder de zeggenschap staat van rechthebbenden. Een voorbeeld van zo’n organisatie lijkt de Kobalt Music Group te zijn, die zich toelegt op het verrichten van (incasso)diensten voor artiesten, uitgevers en labels en de repartitie van CBO’s naar hun klanten wil optimaliseren. Er komen de laatste tijd steeds meer van deze diensten bij in de Europese Unie. Het College kan echter alleen toezicht uitoefenen over OBO’s die in Nederland zijn gevestigd of hier een nevenvestiging hebben. Platenproducenten, muziekuitgevers en tussenpersonen zoals agenten vallen niet onder de definitie volgens de Memorie van Toelichting. Van ‘beheer’ is volgens het wetsvoorstel alleen sprake als de Beheers Organisatie tarieven vaststelt, licenties uitgeeft of geld int bij gebruikers en er geen sprake is van licentiëren uit eigen belang vanwege middels een individuele overeenkomst aan een partij overgedragen rechten. Zo bezien is het weer onduidelijk of Kobalt een OBO is of niet.
- Het afschaffen van het beleggingsverbod voor CBO’s;
Dit beleggingsverbod stond in de Wet Toezicht maar was nog niet in werking getreden. Buma/Stemra belegt bijvoorbeeld aanzienlijke geldsommen en zou dat niet meer mogen doen als deze regeling zou ingaan. De overheid heeft nu besloten dat beleggingen blijven toegestaan.
- Het transparantieverslag
Een CBO moet voortaan naast het normale jaarverslag tevens een transparantieverslag opmaken, waarin de nodige extra financiële informatie is opgenomen over de rechteninkomsten.
- De mogelijkheid om multiterritoriaal te licentiëren;
Deze mogelijkheid is met name voor Buma/Stemra van belang.
- De versterkte samenwerking tussen Europese toezichthouders
Doordat het speelveld voor de CBO’s vanwege de multiterritoriale licenties zal internationaliseren, kan het Toezicht op de CBO’s niet achterblijven en is er een procedure bedacht waardoor nationale toezichthouders elkaar over en weer kunnen informeren over bepaalde schendingen van de Richtlijn.
Rechthebbenden en gebruikers
Het begrip ‘rechthebbende’ wordt Europees geharmoniseerd en betekent voortaan: ‘iedere persoon of entiteit, die anders dan een CBO, houder is van een auteurs- of naburig recht, of krachtens een overeenkomst voor de exploitatie van rechten of bij wet aanspraak kan maken op een aandeel in de rechteninkomsten’. Ook de term ‘gebruiker’ wordt eenduidig, te weten: ‘iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die handelingen uitvoert waarvoor de toestemming van, of de betaling van een billijke vergoeding aan rechthebbenden vereist is en die niet handelt als consument’. Voor wat betreft het online gebruik van muziekwerken blijkt uit de MvT dat de omschrijving van dit begrip in het wetsvoorstel géén betrekking heeft op onlinediensten die alleen toegang bieden tot muziekwerken in de vorm van bladmuziek. Muziekwerken die zijn opgenomen in films en andere audiovisuele werken vallen weer wel onder de omschrijving. Daar waar collectief beheer niet verplicht in een wet is voorgeschreven, geldt voortaan het uitgangspunt dat een rechthebbende altijd de mogelijkheid moet hebben zijn rechten individueel te beheren.
Gevolgen
De beloning van bestuurders van CBO’s, de ex-ante goedkeuring van tarieven door het College van Toezicht en de mogelijkheid tot verplichte samenwerking die zijn opgenomen in de Wet Toezicht blijven gehandhaafd. Deze onderwerpen worden NIET door de Richtlijn geharmoniseerd en het staat de Lidstaten vrij dergelijke kwesties nader te regelen. De overheid meent dat hogere eisen een Nederlandse collectieve organisatie als Buma/Stemra alleen maar goed kan doen doordat zij Buma/Stemra in internationaal opzicht een extra legitimatie geven. Voice – de koepelorganisatie van de CBO’s – had zelf nog een aantal strengere wensen bij de overheid neergelegd dan volgens de Richtlijn noodzakelijk is, maar de overheid wil daar niet aan. Het uitgangspunt voor de omzetting van de Richtlijn in nationaal recht is namelijk ‘getrouwe omzetting’.
Buma/Stemra is intussen al sinds vorig jaar aan het anticiperen op de nieuwe mogelijkheid voor het multiterritoriaal licentiëren van haar repertoire. Als gevolg van het sluiten van een ‘online processing’ overeenkomst met International Copyright Enterprise (ICE) en Network of Music Partners (NMP), ontvangt Buma/Stemra sinds maart van dit jaar van deze organisaties rapportages over het nationale en internationale online gebruik van haar muziek sinds januari 2015. ICE is een joint venture van STIM en het Britse PRS for Music. NMP is weer een joint venture van NCB en PRS for Music. Britannia rules, zoveel is duidelijk. Buma/Stemra heeft de muziekwerkgegevens van de bij Buma/Stemra aangesloten leden inmiddels naar de ICE database overgebracht. Door te kiezen voor een internationale samenwerking verwacht Buma/Stemra met name een investeringsefficiency te realiseren op het gebied van het verwerken van onlinegegevens.