Pharrell Williams moet 7 miljoen dollar betalen aan de erfgenamen van Marvin Gay wegens een door Amerikaanse jury-rechtspraak ontoelaatbaar geoordeelde style-a-like. Stijlnabootsing kennen we in Nederland ook als een juridische begrip. Maar is het verboden? Nee, in beginsel is stijlnabootsing in Nederland juist toegestaan. Toch staat ontoelaatbare stijlnabootsing wél opgenomen in het Regelement van de Vaste Commissie Plagiaat (VCP) van Buma/Stemra. De VCP oordeelt over de door leden van Buma/Stemra aan de commissie voorgelegde muziekplagiaat-kwesties. Maar hoe gaat dat precies? En wat zijn zo de overwegingen? Hieronder volgt een samenvatting van de uitspraken van de Vaste Commissie Plagiaat van Buma/Stemra
Dure rechtspraak
De Auteurswet beschermd makers van muziekwerken tegen het namaken van hun werk door derden zonder dat daarvoor de voorafgaande toestemming is gekregen van de maker. Namaak is slecht, zo is het uitgangspunt. Uiteraard kunnen makers op wiens werk inbreuk is gemaakt naar de gewone rechter stappen. Dat is echter meestal een kostbare kwestie doordat de eigen juridische kosten en de kosten van vaak noodzakelijke deskundigenrapportages hoog op kunnen lopen. Bovendien is er sprake van een groot procesrisico, doordat voor dergelijke zaken een ‘volledige proceskostenveroordeling’ geldt. De verliezende partij dient, naast diens eigen kosten, in principe álle juridische kosten van de winnende partij te betalen en dat kan oplopen tot € 25.000 of meer.
Goedkopere VCP
Een goedkopere oplossing is een gang naar de Vaste Commissie Plagiaat (VCP) van Buma/Stemra. Tegen betaling van een waarborgsom ad € 1.363,- wordt de zaak dan binnen relatief korte tijd beoordeeld door een commissie van muzikale Buma/Stemra-leden onder voorzitterschap van een onafhankelijke jurist. Maar de gevolgen van deze uitspraken zijn wel behoorlijk beperkter. Zo betreft het oordeel uitsluitend Nederland, kan de Commissie geen verbod op verder gebruik van de muziek toewijzen, is de betaling van een schadevergoeding aan de winnen partij niet aan de orde en wijzigt de geldstroom bij winst (van de inbreukmaker naar de gedupeerde maker) slechts vanaf het moment van het indienen van de klacht. Alle betalingen die voordien aan de inbreukmaker zijn gedaan worden door een uitspraak van de VCP dus niet aangetast. Daarvoor moet de winnende partij zo nodig dus alsnog naar de rechter stappen. Maar het feit dat tegen een relatief gering bedrag veel geld kan worden gewonnen doordat Buma/Stemra bij winst van een VCP-zaak de geldstroom volledig naar de winnaar laat toevloeien, maakt dat de meeste plagiaatkwesties in Nederland niet aan de rechter maar aan de VCP worden voorgelegd. Ik heb zelf zowel de gang naar de rechter als naar de VCP regelmatig meegemaakt, waardoor ik goed bekend ben met de overwegingen die bij beide instanties tot een veroordeling of een afwijzing van een verzoek kunnen leiden. Doordat de uitspraken van de VCP door Buma/Stemra lange tijd nooit openbaar werden gemaakt, konden andere belanghebbenden helaas NIET van de beraadslagingen kennis nemen. Daar is gelukkig verandering in gekomen. Onderstaand volgt een korte bespreking van de openbaar gemaakte uitspraken.
Definitie plagiaat
Plagiaat is geen juridisch begrip. De Auteurswet kent dit begrip niet. Maar in het dagelijkse spraakgebruik wordt het woord wél veel gebruikt, meestal op een negatieve manier. Om aan te duiden dat iemand iets heeft gedaan wat niet mocht. De VCP heeft zelf een definitie van ‘plagiaat’ opgenomen in haar Reglement.
Onder plagiaat wordt door Buma/Stemra verstaan: ‘de nabootsing van een werk of stijl van een ander, met het oogmerk dit voor een eigen creatie te laten doorgaan’.
Buma/Stemra ligt deze omschrijving als volgt toe:
‘Degene die plagiaat pleegt, maakt het werk van een ander na en presenteert zichzelf als maker of bedenker van het werk. Dit laatste maakt het onderscheid duidelijk met een andere vorm van namaak: de vervalsing. Bij een vervalsing gaat het er juist om, dat iemand iets maakt en dit werk bijvoorbeeld om commerciële redenen aan een ander toeschrijft.
Niet alleen het namaken van andermans werk, ook het overnemen van bijvoorbeeld de stijl van een componist of uitvoerend musicus kan in sommige gevallen worden aangeduid als plagiaat. In dit geval hoeft er echter geen sprake te zijn van inbreuk op het auteursrecht, omdat op een stijl als zodanig geen auteursrecht rust. Als twee liedjes dezelfde titel hebben, is dat geen plagiaat.’
Op de website van Buma/Stemra staan veertien zaken afgedrukt die in de periode 2007 – 2014 aan de VCP zijn voorgelegd. Om tot ‘plagiaat’ te kunnen concluderen moet er sprake zijn van:
- Een klager
- met een eigen, origineel muziekwerk (eigen oorspronkelijk karakter dat het persoonlijk stempel van de maker draagt, geen gelijkenis met oudere werken, geen ‘prior art)’
- Een beklaagde die inbreuk heeft gemaakt: overname van de kenmerkende elementen van het muziekwerk van klager door de beklaagde
- Ontlening: aannemelijk moet zijn dat de inbreukmaker kennis heeft moeten kunnen nemen van het eerdere werk van de klager. Is sprake van een grote gelijkenis, dan wordt ‘ontlening’ eerder aangenomen en moet de andere partij bewijzen dat er niét is ontleend.
Bovenstaande vier elementen komen in de navolgende uitspraken van de VCP steeds terug.
In zes van de veertien uitspraken is geconcludeerd dat er inderdaad sprake is geweest van plagiaat. De andere klachten zijn voor niets ingediend.
148 jaar 2007 I’ll Be The One / Wat Heb Je Nodig
Geen plagiaat. De VCP acht de gelijkenis tussen beide werken gering. Deze is slechts gelegen in de eerste vier maten van de refreinen van de werken. Dit ‘beperkte notenmateriaal’ is echter niet oorspronkelijk genoeg voor auteursrechtelijke bescherming.
149 jaar 2007 Fiësta & Remember / Up and Down
Plagiaat. Doordat Fiësta een bekend werk is, acht de VCP het aannemelijk dat al dan niet onbewuste ontlening aan het werk heft kunnen plaatsvinden, ook al geeft de Amerikaanse beklaagde aan het werk niet te kennen. De melodiën van acht maten, het opmerkelijke ritmische profiel van de melodieën en de melos van de melodieën vertonen significante overeenkomsten. Daarnaast is opvallend dat de begeleiding van voornoemde melodieën in ritmisch op zich overeenstemt en een aantal identieke harmonische wendingen bevat. Ondanks het feit dat deze compositorische elementen ieder op zichzelf niet bijzonder origineel zijn, met uitzondering van genoemd ritmisch profiel, bezit het geheel van deze elementen wél oorspronkelijkheid en geniet het derhalve auteursrechtelijke bescherming.
150 jaar 2008 Let The Sunshine In / Heinz Sunshine
Plagiaat. Het productiebedrijf dat in opdracht van een reclamebureau de Heinz-commercial heeft gemaakt vroeg aanvankelijk toestemming voor het mogen gebruiken van Let The Sunshine In. Maar partijen werden het niet eens over de voorwaarden. Vervolgens blijkt de wél gebruikte muziek volgens klager veel gelijkenis te vertonen met het oorspronkelijke werk. Beklaade ontkent dat welbewust zou zijn aangeleund tegen het werk Sunshine. De VCP vindt de gelijkenis zodanig sterk, dat het vermoeden van ontlening is gerechtvaardigd. De harmonieën van beide werken zijn grotendeels gelijkluidend, het algeheel melodisch materiaal eveneens, met name voor wat betreft de afsluiting van de melodische frasen. Alhoewel de VCP de uitvoering van de werken als zodanig niet van doorslaggevende betekenis acht, wordt de constatering dat het om grote gelijkenis van de essentie van beide werken gaat, bevestigd door beide werken te beluisteren. De grens van het auteursrechtelijk toelaatbare is hier overtreden doordat teveel is aangeleund tegen het werk van de klager.
151 jaar 2007 Remember/Summerlove
Plagiaat, want kenmerkende elementen van de werken stemmen overeen en het is aannemelijk dat de componist(en) van het inbreukmakende werk kennis hebben genomen van het werk waarop inbreuk is gemaakt, doordat Remember/Summerlove verschillende keren een hit is geweest en één van de auteurs van Right Now een Nederlander is.
152 jaar 2009 I Need You / I’m Not Alone
Geen plagiaat. De klager beperkt zijn klacht tot de overname door beklaagde van een kenmerkende riff (exact overeenstemmende Trance-geluiden) uit het werk ‘I Need You’. Het gaat dus om een deel van het werk, waardoor de klager geen rechten claimt ter zake van het hele werk ‘I’m Not Alone’. Ondaks dat klager bekend is met het ‘alles of niets’ principe dat geldt voor plagiaatzaken als de onderhavige, zou met de toekenning van een gedeelte van het auteursrecht ten aanzien van het werk van beklaagde kunnen worden volstaan volgens de klager. De ritmische-, melodische- en harmonische overeenstemming tussen beide werken is volgens de VCP beperkt tot één maat. Deze geringe omvang sluit auteursrechtelijke bescherming niet uit, maar wel als sprake is van een zeer gangbaar ritmisch patroon en een weinig origineel te noemen ‘gebroken drieklank’ als melodische lijn, hetgeen ook geldt voor de akkoordprogressie. Het overeenstemmende gedeelte is onvoldoende oorspronkelijk. De vraag van de ontlening, die is ontkent, behoeft daardoor niet meer beantwoord te worden.
153 jaar 2009 Blauw / Warped Sister
Geen plagiaat. De zaak betreft een vermeende grote gelijkenis tussen de hit ‘Blauw’ van The Scene en een werk van een Amerikaanse componist. De componist geeft aan tot deze zaak nooit eerder van het werk Blauw te hebben gehoord. De VCP stelt vast dat de werken ritmisch en harmonisch niet overeenstemmen. Wel is er sprake van enige gelijkenis in een gedeelte van de melodielijnen van de werken. Maar het gaat daarbij om een ‘vanzelfsprekende’ melodische curve. Beklaagde gaf in dit verband aan dat sprake was van een overeenkomende stijl, te weten ‘soulachtige bluesrock’. Maar ook dat een stijl niet auteursrechtelijk is beschermd.
154 jaar 2009 OXXIO / OXXIO 2009
Geen plagiaat. Soundlogo in opdracht gemaakt voor Oxxio. Dit soundlogo wordt later zonder toestemming van de auteurs van het logo nog steeds gebruikt door Oxxio. Oxxio laat vervolgens een nieuw soundlogo maken door beklaagden. Klagers menen dat dit nieuwe soundlogo teveel lijkt op het door hun gemaakte soundlogo. Volgens de VCP verschillen de melodielijnen en de intervallen van beide werken. Ook de ritmiek van de thema’s verschilt en beide werken hebben een geheel andere opbouw. In de orkestratie is wél enige overeenstemming te bespeuren, maar deze ‘repeterende percussie’ kan als zodanig niet origineel worden genoemd. Van inbreuk is geen sprake.
155 jaar 2009 Bloed, Zweet en Tranen
Geen plagiaat. Deze zaak gaat over twee verschillende werken met dezelfde titel. Beklaagde is de componist van het werk dat door veel Nederlandse artiesten is uitgevoerd en ook wordt gebruikt voor de promotie van Ajax en het Nationale voetbalteam. Beklaagden ontkennen het gelijknamige werk van Will Tura, de klager, te kennen.De VCP ziet naast gelijkenis in de titel, tevens gelijkenis in de frasering van de refreinen van beide werken. Maar de melodielijnen van de refreinen verschillen aanzienlijk, de harmonische ondersteuning wijkt af en de akkoordenprogressies van de refreinen stemmen niet overeen. Zowel het gebruik van de 12/8 rockgroove in beide werken, de titel (een bekend gezegde) en de frasering zijn onvoldoende oorspronkelijk voor auteursrechtelijke bescherming.
156 2010 Busje Komt Zo / Zachte G., Harde L.
Geen plagiaat. Er is inderdaad gelijkenis in de akkoordenprogressie, maar net als dat bij een ‘bluesschema’ het geval is, is de onderhavige akkoordenprogressie gemeengoed en ontbreekt daaraan de vereiste ‘oorspronkelijkheid’. De oorspronkelijkheid van ‘Busje Komt Zo’ zit niet zo zeer in de muziek, maar in de tekst, die geen onderdeel is van de klacht.
158 jaar 2010 België / Imagine 3
Geen plagiaat. Deze zaak betreft uitsluitend het ‘intro’ van de bekende hit ‘België’ zoals uitgevoerd door Het Goede Doel. Bij gebreke van eenduidige deskundigenrapporten wordt de zaak aan de VCP voorgelegd. Er is volgens de VCP sprake van een zekere ‘auditieve overeenstemming’ tussen beide werken. ‘In beide werken is sprake van een melodisch motief van twee maten, welk motief in beide werken aanvangt op de tweede tel en waarbij de eerste drie noten gelijk zijn, zowel voor wat betreft de toonhoogte als voor wat betreft de ritmiek’. Maar de motieven worden in de werken op verschillende wijze uitgewerkt. De ‘harmonisatie’ van beide motieven vertoont weinig tot geen overeenstemming. Aan de drie noten ontbreekt het voor auteursrechtelijke bescherming vereiste eigen en oorspronkelijk karakter.
159 jaar 2011 La Fin de la Visite / Zembla leaders
Plagiaat. Er is sprake van veel overeenstemmende elementen. In het midden kan blijven of deze elementen ieder voor zich voldoende oorspronkelijk zijn, de combinatie van de elementen bezit in ieder geval de vereiste oorspronkelijkheid. Ontlening is mogelijk geweest, doordat de werken van de componist erg bekend zijn en via het internet en tijdens optredens in Nederland worden uitgevoerd. Wellicht is sprake van onbewuste ontlening, maar dat maakt niks uit. Ook dan is er sprake van plagiaat.
160 jaar 2011 Alright Alright / Lu Speculaas (commercial)
Geen plagiaat. Er is sprake van een zekere overeenstemming, maar dat betreft een niet oorspronkelijke combinatie van harmonische trappen. Onvoldoende overeenstemming van auteursrechtelijk beschermde elementen. Overeenstemmende gedeelten hebben geen eigen karakter.
162 jaar 2012 Radio 1 audio vormgeving
Plagiaat. Deze zaak gaat over de in opdracht gemaakte bewerking van een door een ander eerder gemaakte tune voor een radiozender. Ondanks de opdracht wordt geoordeeld dat de compositie is overgenomen dan wel bewerkt zonder toestemming van de maker van de oorspronkelijke tune. Er is van deze maker geen toestemming gekregen voor bewerking. Het inbreukmakende werk is op te vatten als een verzameling bewerkingen van de ident van klager. Toestemming oftewel ‘autorisatie’ voor een bewerking moet schriftelijk geschieden wil Buma/Stemra akkoord kunnen gaan met het meedelen in de opbrengsten door de nieuwe bewerker. Een geschrift ontbreekt, waardoor er geen juridische grondslag is voor een verdeling van de opbrengsten tussen beide makers.
164 jaar 2014 Calgon (commercial)
Plagiaat. Het gaat hier om de bewerking van bestaande muziek voor een commercial. De Duitse maker van de bestaande muziek is onbekend. C. meldt het werk aan bij B/S als van hem afkomstig. D. maakt in opdracht een bewerking van het werk dat staat op naam van C. en meldt zich bij Buma/Stemra aan als de bewerker. De VCP constateert een sterke en opvallende gelijkenis tussen de Nederlandse bewerking en het oorspronkelijke Duitse werk. De tune is volgens de VCP plagiaat van de oorspronkelijke tune. C. heeft de inbreuk gepleegd. Bewerker D. was niet te goeder bij de aanmelding van de bewerking.
De zaken met nummers 157, 161 en 163 zijn door Buma niet gepubliceerd.